Klassenoorlog 06/2018: Van Gaza tot Iran tot de hele wereld… Weg met de uitbuiters!

| Čeština | English | Français | Español | Nederlands | Deutsch | Italiano | PDF |

De geschiedenis van alle tot nu toe bestaande samenlevingen is de geschiedenis van de klassenstrijd.[1]

Sinds de onderdrukking en inkapseling van de laatste wereldwijde revolutionaire poging in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw, is de ideologische overheersing van de bourgeoisie bijna totaal in het grootste deel van de wereld: het niveau van de georganiseerde klasse-activiteit is zeer laag en de dagelijkse expressie ervan is beperkt tot daden van individuele subversie of in het beste geval tot plaatselijke en tot een bedrijfstak beperkte stakingen en rellen. In deze tekst willen we de aandacht vestigen op gebeurtenissen die veel verder gaan dan dat, de gebeurtenissen die Iran de afgelopen weken hebben geschokt. En dit in de context van een regio die, consequent en voor lange tijd op de voorgrond van de mondiale klassestrijd staat, ondanks (en tegen) een enorme concentratie van kapitalistische moordpotentieel dat daar wordt losgelaten. We willen het klassekarakter van deze strijd en het belang van de breuk met de kapitalistische orde benadrukken die onze kameraden in Iran voltrekken!

Terwijl het grote imperialistische conflict, dat de mondiale en regionale grootmachten in Irak en Syrië[2] al enkele jaren via hun lokale tussenpersonen uitvechten momenteel tijdelijk tot stilstand komt, terwijl de burgerlijke groepen en de legers en milities die hun belangen dienen, hun wonden likken, en zich voorbereiden en bewapenen voor de volgende ronde van de slachtpartij van het proletarische kanonnenvoer, terwijl hun politici en media dit voorstellen als overwinning, om het te laten slikken door “hun burgers”, en om de ketenen die onze klasse aan het democratische spektakel binden te verstevigen, begint het proletariaat in de regio zijn kop weer op te steken.

In december waren aan de andere kant van de grens, in Iraakse Koerdistan, duizenden boze proletariërs de straat op gegaan en kwamen in botsing met politie-agenten en Pesjmerga-Eenheden. In de provincie Sulaymaniyah staken demonstranten het hoofdkwartier van Pesjmerga en dat van de belangrijkste politieke partijen (zowel van de regering als van de oppositie) in brand.[3] Ook in de stad Koye in de provincie Erbil werden partijkantoren in brand gestoken. De directe aanleiding voor hun woede was de rampzalige toestand van de basisvoorzieningen, zoals onderbroken of ontoereikende aanvoer van schoon water en elektriciteit, en enkele maanden van niet-uitbetaalde lonen, vooral in de publieke sector. Tijdens de rellen werden minstens vijf van de demonstranten vermoord door de repressiekrachten van de staat en honderden raakten gewond of werden gearresteerd.[4]

Op 28 december waren in Mashhad en in Noord-Iran hongeroproeren en protesten uitgebroken tegen de hoge kosten van levensonderhoud. Later zullen deze uitgroeien tot de grootste golf van klassestrijd in Iran sinds de beweging van 2009.

Zoals elke proletarische beweging kwam dit oproer niet zomaar uit de lucht vallen, maar was het een uiting van maanden van woede en intensivering van de strijd tegen de levensomstandigheden in het kapitalisme.[5] Net als zijn Koerdische tegenhanger, begint de betrokkenheid van de Iraanse staat bij de kapitalistische oorlog in Irak en Syrië zijn vermogen aan te tasten om het proletariaat te sussen met het toewerpen van enkele kruimels van de burgerlijke tafel.

De uitgaven voor de Iraanse militaire begroting zijn de laatste jaren toegenomen. Dit heeft alles te maken met de inzet van het leger, met de aankoop van moderne Russische wapens om de slachting van het proletariaat in de regio te vergemakkelijken. Als stromannen van de tegenover elkaar staande fracties van de wereldbourgeoisie, nu enerzijds Islamitische Staat en de “Syrische oppositie”, anderzijds de bondgenoten van het regime van Assad, Hezbollah en de Iraakse sjiitische milities. Daarnaast zijn er nog de investeringen in de winning van olie, gas en andere natuurlijke rijkdommen en die in de transportinfrastructuur van de “bevrijde” gebieden. Deze laatstgenoemde projecten worden gepland en uitgevoerd door bedrijven die vaak rechtstreeks in handen zijn van het Iraanse leger of de “Revolutionaire Garde”.

Deze verstrengeling van de belangen van de “Revolutionaire Garde” is een zeer expliciete uiting (het lijkt misschien subtieler of meer verborgen in andere gevallen, maar het is er nog steeds) van de fundamentele rol die de cyclus van oorlog en vrede speelt in de werking van het wereldkapitaal. Aan de ene kant zijn zowel de oorlog zelf, als het daaropvolgende gedrang van bedrijven om in aanmerking te komen voor de wederopbouw en investeringen in periodes van vrede, niets anders dan een concrete vorm van concurrentie tussen kapitalistische groeperingen. Het is niets anders dan de uitdrukking van de onderliggende behoefte van de verschillende fracties van het wereldkapitaal om hun markt uit te breiden en zo de dalende winstvoeten te compenseren. Tegelijkertijd dient de oorlog om de arbeidersklasse op te delen in categorieën langs de nationale, regionale, religieuze, politieke en andere scheidslijnen en daarmee de klassestrijd te onderdrukken en de internationale solidariteit van het proletariaat te doorbreken. Dit is precies wat er in 2011 in Syrië gebeurde met de lokale uitdrukking van de proletarische revolte tegen de ellende van het leven in de kapitalistische maatschappij en onder de staatsterreur die de landen van de Maghreb en de Mashreq en daarbuiten teisterde. Deze revolte werd door de burgerlijke media bestempeld als “Arabische lente” om zijn klassekarakter te verhullen en de solidariteit van het proletariaat in “niet-Arabische landen” te voorkomen. De revolte werd ingekaderd en afgeleid in de bloedige oorlog binnen de bourgeoisie. Deze inkapseling was het resultaat van een gezamenlijke inspanning van het regime van Assad, het burgerlijk-militaire leiderschap dat werd opgelegd aan de militairen van het Vrije Syrische Leger[6] en zijn diverse buitenlandse sponsors. Uiteindelijk dient oorlog als middel om de overtollige arbeidskrachten fysiek te elimineren, wat zeer relevant is voor de kapitalistische fractie in deze regio met een enorme werkloosheid. In de nabije toekomst zal dit wereldwijd steeds meer van toepassing worden.

Samen met de aanhoudende internationale sancties hebben de oorlogskosten de bourgeoisie in Iran en de bestuurders van de Iraanse staat ervan overtuigd dat het tijd is om opnieuw aan te dringen op bezuinigingen op de genoemde broodkruimels in de vorm van uitkeringen voor de 12 % van de arbeiders die officieel werkloos zijn (en zoals overal in dit deel van de wereld, zijn dit er veel meer, alleen al ongeveer 40 % van de jonge arbeiders), van pensioenen en van subsidies op energie.

Een massale golf van demonstraties en rellen, gepaard gaande met collectieve onteigening van eigendommen, had zich later verspreid naar de steden over het hele land, waaronder de hoofdstad Teheran, waar een regeringsgezinde demonstratie samenviel met de rellen op de universiteit en in de sloppenwijken aan de rand van de stad.

Naarmate de protesten zich meer en meer uitbreidden, naar Tabriz, Qom, Isfahan, Rasht, Ahvaz, Sari, Zahedan, Qazvin en vele kleinere provincieplaatsen en -steden, komen hun offensieve karakter en de praktische kritiek op het eigendom, op de waar, en op de ellende van het leven in de kapitalistische maatschappij, steeds prominenter naar voren. De kantoorgebouwen van veel openbare instellingen, waaronder de kantoren van de mullahs, politiebureaus en het hoofdkwartier van de Basij-militie, werden tot de grond toe afgebrand. Het plunderen van winkels is wijdverbreid. In sommige gevallen, zoals in Kadharidzhan, vielen groepen strijdbare proletariërs het politiebureau aan met het doel de wapenopslagplaats te plunderen en zich te wapenen voor de voortzetting van de strijd! En inderdaad, bij verschillende gelegenheden (in Nadzafabad in de Centrale Provincies) werden de politie-agenten, de “Revolutionaire Gardisten” en de leden van de Basij-militie, niet alleen bekogeld met stenen en molotovcocktails zoals overal, maar ook beschoten met geweren.[7] Andere favoriete doelwitten zijn de banken (zowel die van het militair-industriële conglomeraat van de “Revolutionaire Garde” als die van hun multinationale moedermaatschappijen). De arbeiders van South Pars Oil and Gas gingen in staking over de niet-uitbetaalde lonen, net als arbeiders in de tractorfabriek van Tabriz, buschauffeurs in Teheran, leraren, fabriekschauffeurs en landarbeiders.

Demonstranten begrijpen de relatie tussen de betrokkenheid van de Iraanse staat bij de oorlog in Irak en Syrië en zijn imperialistische bemoeienis met de politiek van de Mashreq-landen enerzijds en de huidige verdieping van hun ellende anderzijds. Ze brengen dit begrip naar voren in hun slogans – hoewel in meerderheid op een tegenstrijdige en beperkte manier, vergiftigd door nationalistische en patriottische ideologie – zoals “Noch Gaza, noch Libanon, ik zal alleen voor Iran sterven!”. Deze gedeeltelijke kritiek op de oorlog drukt de eis van de meerderheid van deze beweging uit dat het geld dat in de oorlogsindustrie vloeit, wordt doorgesluisd naar sociale dienstverlening, het scheppen van banen voor de jeugd, subsidies op voedsel en energie. Deze eisen zijn beperkt omdat ze de valse tweedeling aanvaarden en in stand houden tussen de bevrediging van de “onmiddellijke” menselijke behoeften van het proletariaat, van de middelen van fysieke overleving (voedsel, onderdak, enz.) en de “historische” noodzaak om het klassensysteem te vernietigen Alleen het bestaan van de verenigde mensheid, door de gecentraliseerde revolutionaire actie van het mondiale proletariaat, zal werkelijk in staat zijn om zowel aan onze “onmiddellijke” behoeften als aan onze “historische” behoeften te voldoen, die een onlosmakelijk geheel vormen. Deze programmatische zwakheden worden vervolgens uitgebuit door de sociaal-democratie in de vorm van verschillende islamitische groeperingen, die zich voordoen als beschermers van de natie tegen de “westerse invloed” en oproepen tot de principes van “islamitische sociale solidariteit”. Dit komt neer op een weigering van de kapitalistische oorlog ten gunste van kapitalistische vrede en nationaal protectionisme. De meest geavanceerde sectoren van het proletariaat verzetten zich hiertegen met het resoluut revolutionair-defaitistische motto “Van Gaza tot Iran, weg met de uitbuiters!

Een van deze radicale minderheden zijn ongetwijfeld de opstandige studenten van de universiteit van Teheran, die ook fundamentele klassestandpunten formuleren tegen de pogingen van de bourgeoisie en de verschillende kopieën van de historische sociaal-democratie (“islamistisch” of “seculier”) om het strijdende proletariaat te verdelen langs de lijnen van gender, alsook langs de lijnen van burgerlijke politieke stromingen van “gematigde” of “fundamentalistische” politici. Deze studenten verklaarden zich voor de klasse-eenheid buiten en tegen de sociaal-democratische structuren in de vorm van “Shoras” (arbeidersraden).[8] Onze klassenvijand heeft de leidende programmatische rol die deze kameraden spelen in de beweging zeer goed begrepen en de repressiekrachten van de staat richten zich met een buitengewone felheid tegen hen.

Natuurlijk doen niet alleen de Iraanse religieuze hiërarchie, maar ook verschillende andere lokale en mondiale burgerlijke groeperingen wat ze altijd doen tegenover de proletarische klassestrijd. Ze verenigen hun inspanningen om de beweging te verdelen en in te kapselen, en haar energie af te leiden van haar subversieve klassewortels waarbij ze de materiële basis van de kapitalistische maatschappij aanvallen, naar het zoveelste democratisch theater in een licht geherconfigureerd landschap. Zo klaagde de regering van Rouhani het geweld tegen de repressiekrachten van de staat aan en vooral de aanval op het privé- en staatseigendom en de onteigening van waren. Aan de andere kant sloeg Khamenei en de leiding van de “Revolutionaire Garde” de nationalistische trom en beschuldigden de beweging er van het werk te zijn van “buitenlandse agenten en de vijanden van de republiek”. Trump en Netanyahu deden alsof ze zich zorgen maken over het leven van het “gewone Iraanse volk”, en noemden het regime een dictatuur. Daarentegen benadrukten Poetin en Erdogan, in de geest van nationale zelfbeschikking, het onmiskenbare recht van elke burgerlijke staat om zijn “eigen” proletariaat te disciplineren en zijn strijd te onderdrukken.[9]

Dit is in feite een fundamenteel en ondeelbaar kenmerk van de klassenstrijd van de heersende klasse – de bourgeoisie – tegen onze klasse. Het afdwingen en reproduceren van de valse scheidingen in onze klasse langs de lijnen van de fracties van burgerlijke belangen die politiek worden uitgedrukt door talloze categorieën (natie, ras, geslacht, seksualiteit, religie, lokaal patriottisme, economische sector, politieke partij, etc.)[10] is haar centrale en enige haalbare strategie tegen een verenigd wereldproletariaat, dat de neiging heeft zich op een zelfstandige en gecentraliseerde manier te organiseren voor zijn eigen klassebelangen. Dit is haar doodsvijand en de voorbode van de ondergang van het hele kapitalistische systeem.

De sociale uitbarsting, die we de afgelopen weken in Iran hebben gezien, is voorbij, wreed onderdrukt door de krachten van de kapitalistische orde, afgestompt door de verdelende beloften van nieuwe sociale voordelen en verwaterd in de massa’s loyale burgers die door de staat gemobiliseerd werden. Maar de onderliggende materiële omstandigheden die de uitbarsting hadden veroorzaakt, zijn niet verdwenen. De voedingsbodem in Iran is nog steeds erg heet en vruchtbaar.

We willen de meest geavanceerde momenten van deze golf van klassestrijd opnieuw benadrukken en omarmen, ondanks het feit dat ze slechts door een kleine minderheid van militanten worden geuit:

  • Compromisloze revolutionair-defaitistische standpunten, helder gericht tegen de behoeften van de nationale fracties van het Kapitaal om elkaar onderling te bestrijden in de inherente cyclus van concurrentie om de markt waar ze de ruilwaarde van hun waren willen realiseren, concurrentie om natuurlijke hulpbronnen. Revolutionaire stellingname tegen het opleggen van het specifieke economische en politieke model van kapitalistische uitbuiting, tegen de behoeften van het wereldkapitaal om onze klasse verdeeld te houden zodat we onze proletarische belangen niet kunnen verdedigen tegen onze uitbuiting en miserabele levensomstandigheden.
  • Bevestiging van de noodzaak om de gewelddadige opstand tegen het kapitaal en zijn staat voor te bereiden en te organiseren, inclusief het verkrijgen van wapens, het aanvallen van belangrijke punten van de staatsinfrastructuur, het demoraliseren van de repressiekrachten.
  • Aanval op de burgerlijke moraal die onze klasse verdeeld houdt als gehoorzame arbeiders, kerk of moskeegangers, vrouwen en echtgenoten, soldaten en kiezers.

Al deze taken spelen een belangrijke rol in het proces van de organisatie van onze klasse als een wereldwijde kracht die de laatste klassenmaatschappij, gebaseerd op de uitbuiting van menselijke arbeid en de warenruil zal vernietigen en overwinnen in en door de wereldwijde communistische revolutie. Daarom is het een plicht van alle communistische militanten om deze taken georganiseerd te vervullen op de plaats waar zij wonen, maar ook wereldwijd, en om alle burgerlijke vervalsingen aan te vallen die een directe solidariteit met onze klassenbroeders en -zusters in andere delen van de wereld in de weg staan. Het proletariaat in het deel van de wereld dat de burgerlijke media en geopolitieke strategen “het Midden-Oosten”, “de moslimwereld”, “de Arabische landen”, enz. noemen, blijft een van de meest intensieve delen van de wereldwijde klassestrijd, in bijna dagelijks wilde stakingen, rellen, plunderingen en talloze pogingen tot het organiseren van klassestrijd buiten en tegen de sociaaldemocratie. Het is van doorslaggevende betekenis voor de wereldwijde communistische beweging om het werkelijke karakter van deze strijd te benadrukken tegen alle vooroordelen binnen het proletariaat in de rest van de wereld, en tegen alle pogingen van de lokale sociaaldemocratie (islamistisch, islamitisch links, leninistisch, “libertair municipalistisch”, nationalistisch, liberaal, enz.) om de tegenstrijdigheden in die strijd uit te buiten, om ze in te kaderen en af te leiden in een democratische, reformistische, pro-kapitalistische beweging.

Wij verwachten dat deze tekst een bijdrage zal leveren aan het opnemen en vervullen van deze taken.

  • De kapitalistische economie verkeert in een crisis, moge ze sterven!
  • De vijand is het kapitalisme en de dictatuur van de wereldmarkt!
  • Het doel is overal hetzelfde: sociale revolutie!
  • Vernietiging van het kapitalisme en de staat!

Klassenoorlog – winter 2017/18

Bron: https://arbeidersstemmen.wordpress.com/2018/10/15/van-gaza-tot-iran-tot-de-hele-wereld-weg-met-de-uitbuiters/

[1] “[…] dat de arbeid voor de arbeider iets uiterlijk is, iets on-eigen-lijks, d.w.z. iets dat niet tot zijn eigen wezen behoort; dat hij zichzelf daarom in zijn arbeid niet bevestigt maar ontkent, niet goed maar ongelukkig voelt, geen vrije lichamelijke en geestelijke energie ontplooit, maar zijn lichaam afbeult en zijn geest ruïneert. Daarom heeft de arbeider pas na de arbeid het gevoel zichzelf te zijn terwijl hij tijdens de arbeid buiten zichzelf staat. Thuis, bij zichzelf, is hij wanneer hij niet werkt, en wanneer hij werkt is hij niet thuis. Zijn werk is daarom niet vrijwillig maar gedwongen: dwangarbeid. Zijn werk is daarom niet de bevrediging van een behoefte maar alleen een middel om andere behoeften te bevredigen. ” (Karl Marx, Economische en filosofische manuscripten van 1844)

“In plaats van het conservatieve motto: ‘Een rechtvaardig dagloon voor een rechtvaardig dagwerk!’ dient ze op haar vaandel de revolutionaire leuze te schrijven: ‘Afschaffing van het loonsysteem!’” (Karl Marx, Loon, prijs en winst, 1865)

[2] Of liever gezegd: de regionale uitdrukking van haar openlijk militaristische gezicht. Andere, op dit moment minder intensieve, “strijdtonelen” zijn de Oekraïne, Jemen en binnenkort mogelijk de Zuid-Chinese Zee.

[3] De regeringspartijen Koerdistan Democratische Partij (KDP) en Patriottische Unie van Koerdistan (PUK) en de oppositiepartijen Gorran en Koerdistan Islamitische Unie.

[4] Soortgelijke oorzaken voeden ook de klassenstrijd in Tunesië, waar maandenlange straatprotesten en stakingen van arbeiders tegen het gebrek aan banen, stijgende voedselprijzen, benzineprijzen en bezuinigingen op sociale uitkeringen uitmonden in weer een nieuwe golf van wijdverspreide rellen. Dit was de “proletarische viering” van de revolte van 2011, de grootste sinds mei 2017 (toen politiebureaus en olieleidingen- en benzinepompstations van ENI, OMV en Perenco als kaarsen brandden). De protesten brengen de angstige heersende klasse ertoe om snel terug te krabbelen en een nieuwe vorm van sociale uitkeringen en door de staat gegarandeerde hypotheken aan te kondigen, terwijl tegelijkertijd de demonstranten worden aangepakt en honderden mensen worden gearresteerd.

[5] “Dit heeft geresulteerd in een jaar van verspreide maar op elkaar aansluitende bijeenkomsten, demonstraties en zitstakingen: studenten die zich verzetten tegen de privatisering en het tot koopwaar maken van het onderwijs; de gepensioneerden die zich verzetten tegen de failliete pensioenfondsen; de leraren en verpleegkundigen die protesteren tegen onmenselijke levensomstandigheden; de buschauffeurs die hun vakbondskaders steunen, en ontelbare stakingen in verschillende sectoren, van mijnwerkers tot suikerrietarbeiders.” Libcom.

[6] Als een verre echo van het proces van militarisering van de “Rode Garde” tijdens de revolutie in Rusland in 1917 of van de “arbeidersmilities” in Spanje in 1936 (om slechts twee bekende en onthullende historische voorbeelden te noemen), brachten de verschillende “liwas” (brigades) en “katibas” (bataljons) die in de revolutionaire dynamiek in Syrië vanaf 2011 op een bepaald moment opkwamen, de tegenstellingen van de huidige sociale beweging tot uitdrukking. Opgericht door en aanvankelijk samengesteld uit “soldaten-deserteurs” en “proletariërs in burger” met het doel om de beweging te beschermen tegen de terreur van de repressiekrachten van de regering, werden deze basisorganisaties en andere gewapende milities ingekaderd door de politieke krachten van de burgerlijke oppositie. Sindsdien staan ze bekend onder de algemene naam “Vrije Syrische Leger”. Net zoals de “Rode Garde” en de “arbeidersmilities” destijds niet helder waren over hun politieke en sociale programma, zouden deze “liwas” en “katibas” snel en onvermijdelijk veranderen in legers die verschillende facties van de bourgeoisie dienen. Dit was het resultaat van zowel hun eigen zwakheden en het niet breken [met de burgerlijke orde] als van bedrog, geweld en nationalistische en islamistische propaganda.

[7] Helaas moeten we zeggen dat de kapitalistische krachten van de repressie de overhand hebben en al het mogelijke doen om de klassenbeweging opnieuw in bloed te smoren. Ten minste honderd (op het moment van schrijven) van onze klassenbroeders en -zusters zijn door hen afgeslacht en duizenden ernstig gewond of gearresteerd. We willen een beroep doen op onze kameraden over de hele wereld en met name in de regio rond Iran, om de solidariteit van de klasse met deze militanten ook praktisch tot uitdrukking te brengen, hen te beschermen en te verbergen voor de staatsterreur, hen te helpen zich te hergroeperen, hun vrijlating uit de gevangenis te eisen, de vertegenwoordigers van de Iraanse fractie van de wereldbourgeoisie en haar belangen rechtstreeks aan te vallen (net als hun “eigen” bourgeoisie, natuurlijk).

[8] We herinneren er aan dat noch arbeidersraden, noch sovjets of enige andere vorm van proletarische organisatie op zich een garantie zijn voor de inhoud van de revolutie.

[9] Andere sociaaldemocratische valse vrienden van de klasse verklaarden op walgelijke wijze hun “steun” aan de beweging, waaronder Islamitische Staat, PYD/PKK (en hun milities) en natuurlijk MEK. Ze laten allemaal al vele jaren zien dat ze experts zijn in het blussen door elke vonk van woede in de klasse en dat ze proberen de strijdende proletariërs te veranderen in hun aanhangers en kanonnenvoer in het bloedvergieten tussen burgerlijke fracties.

[10] Wij groeten al onze klassebroeders en -zusters in Iran, die in het gezicht van Mullahs en hun agenten spogen in walging van de dodelijke sprookjes van de islam, deze versie van de kapitalistische moraal, met regels als scheiding van seksen in het openbaar of domme kledingvoorschriften die de vrouwen dwingen om een soort vod op hun hoofd te dragen. Maar meer nog, we groeten die proletarische vrouwen, die in de daad van de praktische omkering deze zelfde vodden in wapens tegen de staat hebben veranderd, als geïmproviseerde bivakmutsen, slingers voor het werpen van projectielen, enz.

This entry was posted in [Bulletin], Activity of the group - Other languages, Nederlands, Other languages and tagged . Bookmark the permalink.

Comments are closed.